Met de normale contrastinstelling maak je de hooglichten en lichtste tinten lichter en de schaduwen en donkere tinten donkerder. De schuifregelaar Clarity verhoogt echter alleen het contrast in de middentinten. Schaduwen en hooglichten worden daarbij zoveel mogelijk met rust gelaten. Dit is een erg bruikbare optie omdat het beeld hierdoor meer pit krijgt. In sommige gevallen lijkt het beeld daardoor zelfs scherper te worden.
Lokaal contrast is vrijwel altijd goed te gebruiken om snel de foto op te waarderen. Vooral architectuurfotos en landschappen profiteren van deze functie.
Bij portretten moet je opletten. Lokaal contrast heeft namelijk de neiging om ook minder gewenste onderdelen te accentueren. Denk daarbij aan poriën, littekens etc. Voor portretten kun je overwegen om een negatieve waarde te gebruiken. Hierbij wordt het contrast in de middentinten juist verlaagd waardoor er een softtone-effect ontstaat.
Dit is een tip van een Opatel Photoshopdocent.